top of page
_RC_6372.jpg
Programma & toelichting 30-08-2020

Vandaag staat dit concert in het teken van de koralen van Johann Sebastian Bach.

Koralen zijn simpel gezegd kerkliederen, vooral ontwikkeld door Luther in de 16de eeuw, die daar een belangrijke voorvechter van was. Luther haalde de melodieën bij Duitse componisten maar ook van de straat en de deuntjes die toen bekend waren. We zullen het straks horen. Doordat in de Katholieke Kerk sinds de jaren 60 van de vorige eeuw ook gezangen in de volkstaal worden gezongen zijn veel koraalmelodieën ook bekend bij het Katholieke volksdeel van Nederland.

 

Onze grootmeester Bach kende zijn koralen als zijn broekzak. Hij verwerkte ze in talloze cantates, in passies (denk maar eens aan de Mattheus-passie met al zijn koralen),  maar ook in motetten en als basis voor orgelwerken. Wat Bach en het koraal zo knap maakt is dat, als Bach een koraalmelodie voorziet van een begeleiding, (harmoniseren heet dat) dat dat dan altijd op een heel bijzondere wijze gebeurt. Bij tijdgenoten is het nog al eens eenvoudig volgens de regeltjes, maar bij Bach is elke koraalzetting een juweeltje.

 

Maar we beginnen dit concert eerst met een duet voor twee orgels, een tamelijk uniek gegeven in de muziekwereld. Antonio Soler was behalve pater ook musicus aan het hof in Madrid en daar stonden tal van instrumenten opgesteld, waaronder ook twee huisorgels.                           Vandaar dat het voor hem dan aannemelijk is om iets te componeren voor twee van dat soort instrumenten, als een duet.                                      Soler zou verder vergeten zijn als hij niet een hele belangrijke leerling had gehad: Dominico Scarlatti. Misschien kent u hem niet maar in de muziekwereld is het een soort Bach van de zuidelijke landen.                      We gaan nu luisteren naar  Sonate nr. 3 van Soler voor twee orgels.

​

1.  Sonate nr. III                  

      Padre A. Soler (1729 - 1783)

 

2. Koraalbewerkingen

     J.S. Bach (1685 - 1750)

​

Van elk koraal wordt een 4-stemmige zetting gezongen van Bach zelf, of een vroegere versie daarvan, gevolgd door een koraalbewerking voor orgel. Hierbij gebruikt Bach de melodie van het koraal die dan wordt versierd met extra noten, of in de bas wordt gespeeld terwijl de andere stemmen er boven spelen; dat alles op een zeer kunstzinnige wijze. Ook in deze tak van sport was de grootmeester zijn tijd vooruit en onverslaanbaar…!

 

Het motet ‘Jesu meine Freude’ was een heel populair koraal in Bach’s tijd en hij heeft het daarom ook verschillende keren onder handen gehad. Het koor zingt zo dadelijk het eerste couplet in een 4stemmige zetting van Bach, daarna gevolgd door een fantasie op het orgel over dezelfde melodie. Maar let op: alleen de eerste 3 zinnetjes van het koraal worden gebruikt. Bach verzint er allerlei muziekjes bij en laat dan geregeld het koraal in lange noten horen, soms als hoogste noten, soms onderin als laagste noten en soms midden in, dus dan moet je goed luisteren of je het melodietje nog wel hoort. Een ding is zeker: het is er wel!

Daarna sluit het koor weer af met het 6e couplet van dit koraal.

 

2a. Jesu meine Freude

Koraal (uit Motet ‘Jesu, meine Freude’ - BWV 227)

​

    1. Jesu, meine Freude, meiner Herzens Weide,

    Jesu, meine Zier,

    ach wie lang, ach lange ist dem Herzen bange

    und verlangt nach dir.

    Gottes Lamm, mein Bräutigam,

    ausser dir soll mir auf Erden

    nichts sonst Liebers werden.

 

Koraalfantasie voor orgel - BWV 713

 

    2.(6.) Weicht, ihr Trauergeister, denn mein Freudenmeister,

    Jesus, tritt herein.

    Denen, die Gott lieben, muss auch ihr Betrüben

    lauter Zucker sein.

    Duld ich schon hier Spott und Hohn,

    dennoch bleibst du auch im Leide,

    Jesu, meine Freude.

​

In de Lutherse kerk van Bach in Duitsland was men gewoon om in de middag nóg eens naar de kerk te gaan. En voor die dienst in de middag schreef Bach dan voor elke zondag een cantate, een kleiner of groter werk, geïnspireerd op het evangelie van die zondag. Zo’n cantate had dan vaak als basis een koraal en daaromheen maakte Bach allerlei koren en aria’s. Zo werd het toch nog een aangename middag in de kerk! Op de 27ste zondag na Drievuldigheidszondag, zo ergens in november, ging het evangelie van die zondag over het verhaal van de bruidegom die in aantocht is voor zijn bruiloftsfeest, maar hij is wat verlaat en daardoor hebben er vijf meisjes te weinig olie voor hun lampen over. U moet dat verhaal over de vijf dwaze en vijf wijze maagden maar eens nalezen in Mattheüs.                                               

En daar gaat deze cantate dus ook over: over de bruidegom (symbool voor Christus) en de bruid (symbool voor de Christenzielen). Bach gebruikt hierbij een lied van Nicolai uit 1599 als basis voor zijn cantate:     ‘Wachet auf! , ruft uns die Stimme’.                              

Voor het tweede couplet van dat koraal maakt hij een hele mooie en ondertussen bekende melodie waarbij op gezette tijden de tenoren het koraal er doorheen vlechten. Aan het eind van de cantate wordt het 3e couplet van het koraal statig gezongen als een vrolijke lofzang.

 

2b. Wachet auf, ruft uns die Stimme

       Koraalbewerking  (uit Cantate 140)

​

    1.(2.) Zion hört die Wächter singen, 

    das Herz thut ihr vor Freuden springen

    sie wachet und steht eilend auf.

    Ihr Freund kommt von Himmelprächtig,

    von Gnaden stark, von Wahrheit mächtig,

    ihr Licht wird hell, ihr Stern geht auf.

    Nun komm, du werthe Kron’,

    Herr Jesu, Gottes Sohn - Hosianna!

    wie folgen All’ zum Freudensaal,

    und halten mit das Abendmahl.

 

    2.(3.) Gloria sei dir gesungen

    mit Menschen- und englichen Zungen,

    mit Harfen und mit Cymbeln schon.

    Von zwölf Perlen sind die Pforten

    an deiner Stadt;  wir sind Consorten

    der Engel hoch um deinen Thron.

    Kein Aug’ hat je gespürt,

    kein Ohr hat je gehört - solche Freude.

    Dess sind wir froh, io! io!

    ewig in dulci jubilo.

​

‘Wenn wir in höchsten Nöten sein’ was een koraalmelodie die Bach aan het eind van zijn vruchtbare leven door het hoofd spookte. Bach was aan het eind van zijn leven blind en zwak van gezondheid door een mislukte oog-operatie. Op zijn sterfbed dicteert hij daarom aan zijn schoonzoon Johann Altnikol een bewerking voor orgel over dit koraal, maar hij koos voor een andere tekst op diezelfde melodie: ‘Vor deinem Thron tret’ ich hiermit’. Ook Mozart overkwam zo’n lot met het Requiem, waarvan aan het eind van zijn leven de noten door hem moesten worden gedicteerd.

 

Maar De melodie van dit koraal van Bach werd in de 50-ger jaren door Huub Oosterhuis gebruikt voor zijn lied ‘Zolang er mensen zijn op aarde’. Eén van de eerste Oosterhuis-gezangen; er zouden er nog veel volgen.

 

Elk zinnetje van het koraal wordt apart behandeld, eerst in kortere noten en daarna met een andere klank van het orgel in langere noten, zo alle vier de zinnen van het koraal door.

 

2c. Wenn wir in höchsten Nöten sein

       Koraal BWV 432

​

    1. Wenn wir in höchsten Nöten sein

    und wissen nicht, wo aus und ein,

    und finden weder Hilf noch Rat, 

    ob wir gleich sorgen früh und spat,

 

Koraalbewerking voor orgel - BWV 668 

    So ist das unser Trost allein,

    dass wir zusammen insgemein

    anrufen dich, du treuer Gott,

    um Rettung aus der Angst und Not.

 

De koraalmelodieën die Bach gebruikte voor zijn composities waren vaak al eeuwen oud. Ook de herkomst van de melodieën was heel divers. Zo is het volgende koraal ‘Von Gott will ich nicht lassen’ ontstaan ergens in Italië in de 15de eeuw.                                                                            

Het liedje werd ook in Frankrijk bekend als ‘Une jeune Fillette’ of als ‘La Colline’ en in Duitsland als ‘Ich ging einmahl spazieren’.                                                           

U hoort zo dadelijk eerst de Franse versie van het straatdeuntje. Gevolgd door de orgelbewerking die Bach ervan maakte.                                         Bach componeert een heel apart muziekwerk en in het midden van het klankspectrum laat hij de melodie van het koraal in lange noten horen. Dus niet als hoogste noten, niet als laagste noten maar ergens in het midden.                       

U hoort het aan het beetje penetrant geluidje van die orgelstem….

​

2d. Von Gott will ich nicht lassen 

Une jeune Fillette (Ich gieng einmahl spazieren) (La Colline)

    Une jeune fillette de noble coeur,

    Plaisante et joliette de grand’ valeur.

    Outre son gré on l’a rendu’ nonnete

    Cela point ne luy haicte dont vit en grand’ douleur.

    Outre son gré…

 

Koraalbewerking voor orgel - BWV 658

​

Koraal BWV 419

    Von Gott will ich nicht lassen,     denn er lässt nicht von mir,

    führt mich durch alle Strassen, da ich sonst irrte sehr.

    Er reicht mir Seine Hand der Abend wie den Morgen

    tut er mich wohl versorgen, sei wo ich woll im Land.

 

Vanmiddag krijgen we ook een ander geluid te horen dan Bach en zijn koralen. We maken even een uitstapje naar Frankrijk van de tweede helft van de 19de eeuw.                                                                                            De jonge componist Leon Boëllmann schreef daar grote en kleine orgelwerken. Zo componeerde hij een hele serie prachtige werkjes voor het harmonium. Dat was in Frankrijk rond 1840 uitgevonden als vervanger van het orgel in kleine kerken en kapellen, maar ook voor thuis. Eén van die werkjes, een ‘Offertoire’ heeft Frans Bullens bewerkt voor harmonium samen met piano, een combinatie die in die zelfde tijd in Frankrijk erg populair was.                                                                           Wij beschikken vanmiddag over het grote Rushworth and Dreaper-harmonium, wat een instrument is van de Volckaert en dat in deze kerk zijn onderkomen heeft gekregen.

 

3.  Offertoire  in C                  

      L. Boëllmann (1862 - 1897)

      bewerking voor piano en harmonium van Frans Bullens

​

Tot besluit keren we nog eenmaal terug naar de wereld van de koralen.   Op een schitterende melodie van Georg Neumark uit 1641 maakt Frans Bullens een eigen koraalbewerking.                                                               De melodie is in Protestantse en Katholieke kringen wijd bekend. Het eerste couplet wordt zonder begeleiding gezongen, dan volgt een instrumentaal tussenspel op het harmonium, gevolg door het tweede couplet waar het koor het koraal 4-stemmig zingt.                                         Het instrumentale spel wat daarop volgt is een samenwerking tussen piano en harmonium, waarbij de melodie bij het harmonium ligt. Het laatste couplet is een krachtige eenstemmige afsluiting met harmonium en piano, en daarmee is ook dit concert en de tweede zomercyclus dan ten einde! 

 

4. Wer nur den lieben Gott lässt walten

     Koraalbewerking van Frans Bullens

​

    1. Wer nur den lieben Gott lässt walten

    Und hoffet auf Ihn allerzeit

    Der wird Ihn wunderlicht erhalten

    In aller Not und Traurigkeit.

    Wer Gott dem Allerhöchsten traut

    Der hat auf keinen Sand gebaut.

 

    2.(3.) Mann halte nu rein wenig stille

    Und sey doch in sich selbst vergnügt

    Wie unser Gottes Gnadenwille

    Wie sein’ Allwissenheit es fügt

    Gott der uns Ihm hat auserwehlt

    Der weis auch sehr wohl was uns fehlt.

 

    3.(7.) Sing, bet und geh auf Gottes Wegen

    Verricht das Beine nur getreu

    Und trau des Himmels reichen Segen

    So wird Er bey dir werden neu.

    Denn welchern Seine Zuversicht

    Auf Gott setzt den verläst Er nicht.  

 

 

 

 

 

 

 

 

Rick Muselaers.jpg
Rick Muselaers

studeerde Docent Muziek, Koordirectie (Louis Buskens in NL, Martin Wright in VS) en Orkestdirectie (Arjan Tien). Momenteel studeert hij zang bij Jaap Smit.

Rick is verbonden aan het Zuid Nederlands Concert Koor, Koorgroep Oosterhout, Kamerkoor Tourdion, Dal Cuore, Consortium Musicum Divertimento en Kamerkoor Zuid. 

 

Als gastdirigent werkte en werkt hij o.m. met Projectkoor Gelderland, Brabant Koor, Nederlandse Händelvereniging, Gauteng Opera Chorus (Johannesburg), Nederlands Concertkoor, Groot Omroepkoor en werkte samen met dirigenten als Jaap van Zweden, Claus Peter Flor en Markus Stenz.


Naast zijn concertpraktijk geeft hij regelmatig masterclasses in Hong Kong & Chicago. 

​

Rick is in september 2013 benoemd tot ambassadeur van de HHW School for Performing Arts in Chicago (http://www.hhwperforms.org) en is als adviseur verbonden aan de stichting Koorplein Noord-Brabant (www.koorplein.nl)

​

www.rickmuselaers.com   

Frans%20Bullens_edited.jpg
Frans Bullens

studeerde orgel bij Maurice Pirenne  op het Brabants Conservatorium (einddiploma in 1978) en elektronische toetsen-lichte muziek op hetzelfde instituut (einddiploma in 1996). 

​

Van 1970 tot 1980 was Frans verbonden aan de St. Lambertuskerk in Veghel als organist. Hij was in zijn werkzame leven als docent orgel, keyboards, piano en koorvorming verbonden aan de stichting ‘Het KunstPodium’ – Dongen, Gilze & Rijen en de stichting ‘H 19’-kunstzinnige vorming te Oosterhout.

​

Momenteel is Frans Bullens nog werkzaam als koorleider-organist in de Parochie van Dongen en als zodanig verbonden aan de St. Laurentiuskerk, waar hij naast het orgelspelen ook leiding geeft aan het Gemengd koor St. Laurentius, het Jeugd- en kinderkoor van de parochie en het Gregoriaans Koor. Tevens is hij koorleider aan de Basiliek van St. Jan te Oosterhout en  in de parochie St. Elisabeth in Raamsdonk en Raamsdonksveer.

​

Hij is bestuurslid van de Ned. St. Gregorius Vereniging van  het bisdom Breda, bestuurslid van het Nederlands Gregoriaans Festival en adviseur van de Stichting Ludens en de Stichting Mattheus-Passie, beiden in Oosterhout.  Bij gelegenheid is Frans Bullens ook concerterend organist, componist en bewerker van veel instrumentale en vocale (kerk-)muziek.

​

Veel van zijn antwoordpsalmen worden gepubliceerd in de zondagsmissaaltjes van Gooi & Sticht en de Abdij van Berne. Voor het bisdom Breda schreef hij de ‘Mis v.d. H. Geest’ en vier antwoordpsalmen voor de Vormselliturgie. Voor de orde der Montfortanen componeerde hij een tweetal series Cantieken van Montfort in een vertaling van A. Govaart welke beide op cd verschenen. Ook componeerde hij 6 liederen voor de bundel Franciscaanse Gezangen welke in 2019 gepubliceerd werd.

Kamerkoor Zuid.jpg
Kamerkoor Zuid

Kamerkoor Zuid is in 2013 ontstaan als zelfstandig onderdeel van het Zuid Nederlands Concert Koor (www.znck.nl). Met het Kamerkoor Zuid kan de Stichting ZNCK opdrachtgevers beter bedienen en kan een ander repertoire aan bod komen.

​

Anders dan het ZNCK-koor werkt het kamerkoor niet op projectbasis, maar is het een regulier koor dat wekelijks gezamenlijk repeteert.

​

Kamerkoor Zuid bestaat uit uitstekende, ervaren amateurzangers, conservatoriumstudenten en professionele musici en heeft zich in de korte tijd van haar bestaan, onder de bezielende leiding van Rick Muselaers, ontwikkeld tot een onorthodox kamerkoor met een prachtige volle en warme koorklank.

 

Tot het repertoire van Kamerkoor Zuid behoren o.a. Dixit Dominus van Händel, Musikalische Exequien van Schütz, Requiem van Reger, de Johannes Passion van Bach en de mis in E- klein van Bruckner. Het Kamerkoor Zuid repeteert op maandagavond in de prachtige kapel van de zusters Fransiscanessen in Dongen.

Voor meer informatie kunt u mailen naar kamerkoorzuid@znck.nl

bottom of page