top of page
Achtergrond%20Zomerconcert_edited.jpg

1. Praeludium in b mineur - BWV 544

J. S. Bach (1685 - 1750) 

Een van de topwerken voor orgel van Bach; virtuoos, dramatisch, grillig…Vanuit de hoogte beginnen twee stemmen. Als daar het pedaal bij komt wordt de muziek meteen naar een hoogtepunt gevoerd, waarna zich een nieuw tweede thema ontwikkeld en verderop nog een derde. Een uiterst complexe materie waarbij Bach zich weer de ware meester toont, zijn tijd ver vooruit. Een schitterende opening van deze Zomerconcerten!

​

De volgende drie werken worden begeleid en gespeeld op het Rütter-orgel. Dit instrument uit 1882 is een rijksmonument en een van de weinige orgels van de orgelbouwer uit Kevelaar.

Allereerst hoort u een werk van Hendrik Andriessen: een lied op een tekst van de middeleeuwse monnik en mysticus Thomas à Kempis. Andriessen schreef het werk in 1919 in twee versies: een voor orkest en een voor orgel. Met grote dramatische lijnen bezingt de solist de naasteliefde. Let u op: halverwege staat de muziek als het ware stil en gaat dan uiterst verstild verder, een schitterend moment!

 

Daarna hoort u een werk van de Poolse componist Surzinsky, onbekend in Nederland maar zeer geliefd in Polen. De compositie is tamelijk eenvoudig van opzet: een A-B-A vorm, waarbij het middendeel een prachtig verstild karakter heeft.

 

Het Pie Jesu van Fauré behoeft nauwelijks enig betoog. Van origine is ‘Pie Jesu’ het laatste stukje van de sequentia ‘Dies Irae’ waarin de dag van het laatste oordeel wordt bezongen. Fauré vond dat maar niks, maar het laatste stukje van de sequentia vond hij weer wel de moeite waard om te componeren; en het is wereldberoemd geworden

​

2. Magna res est amor 

H. Andriessen ( 1892 - 1981)  op tekst van Thomas  à Kempis

Vertaling:

De liefde is een zaak van hoge waarde, kostelijk boven alle goed:

het enige is zij, dat al wat zwaar is licht maakt; 

dat al wat ongelijk is, gelijkelijk draagt.

Niets is zoeter dan de liefde, 

niets is sterker, niets hoger, niets wijder, niets heerlijker,

niets rijker en beter in de hemel en op aarde.

Want de liefde is uit God geboren,

en zij alleen kan boven al het geschapene rusten in God.

De liefde is een zaak van hoge waarde…

 

3. Chant triste - op. 36

M. Surzynsky (1866 - 1924)    

​

4. Pie Jesu uit Requiem - op. 48

G. Fauré (1845 - 1924)  

Vertaling:

Goede Jezus, geef hun de eeuwige rust.

 

Nu de uitvoerenden weer naar beneden gaan kan ik u mooi iets vertellen over het vervolg van dit concert, de nummers 5 en 6.

Allereerst de ‘Skizze’ van Robert Schumann. ‘Skizze’ is Duits voor ‘Schets’, m.a.w. een muziekvorm waar je alle kanten mee op kunt. Schumann schreef 4 van zulke ‘Skizzen’ en hij schreef ze voor pedaalvleugel, dat was een vleugelpiano waar een pedaal onder was gemaakt zoals bij een orgel.

Dat had twee voordelen: een organist kon fijn thuis oefenen en hoefde niet naar de kerk (ook geen orgeltrapper nodig) en de pianist had nu extra mogelijkheden om met zijn voeten extra tonen toe te voegen. Schumann zag er wel wat, helaas de rest van de wereld niet, want midden 19de eeuw was het instrument uit de muziekwereld verdwenen. Ook dit werk heeft drie delen in de A-B-A vorm.

 

De componist Giulio Caccini zal u weinig zeggen, maar toch is Caccini de schakel tussen de renaissance en de barok. Hij, en nog anderen, vond als het ware de opera uit en hij ‘ontdekte’ dat het ook mooi was als je gewoon maar één melodie liet horen met een bas- en akkoordbegeleiding. In zijn tijd klonk alles bij wijze van spreken door elkaar, u zult dat straks bij de fuga van Bach nog horen, maar Caccini, en later wij allemaal was helemaal fan van de zogenaamde ‘monodie’, u hoort het al: één melodie alleen. En Amarilli, verschenen in 1602, is zo’n monodie waarbij de melodie van de zangeres alle aandacht krijgt. De begeleiding speelt Frans op een zogenaamd ‘kistorgel’, dat is een pijporgeltje waarbij alle pijpen in een kist zijn weggewerkt en dat je dus kunt verplaatsen. En waar gaat het lied over? Natuurlijk over de liefde…

​

5. Skizze nr. 3 in f mineur uit op. 58 

R. Schumann (1810 - 1856)                

6.  Amarilli 

G. Caccini (1550 - 1618)

Vertaling:

Amarilli is mijn geliefde,

haar naam is geschreven in mijn hart:

Amarilli is mijn geliefde!

 

We maken weer een changement want nu komt het vierde orgel in beeld, een zogenaamd ‘Pedalion’, dat is een harmonium met een eigen windmotor (je hoeft dus niet te trappen) en een pedaal zoals bij een normaal orgel. Het was bedoeld voor kleine kerken en kapellen die een pijporgel niet konden betalen of waar geen ruimte voor was. Het is van Engelse makelij en gemaakt rond 1920, dus een eeuw oud. In 2005 geheel gerestaureerd door de fa. Huivenaar uit Dieren. De kerk heeft het in bruikleen van de Stichting de Volckaert. Het werk van Liszt is, volgens Frans, niet bepaald een top-werk van deze grote componist, maar je kunt wel horen welke schakeringen op het instrument mogelijk zijn: van zeer zacht tot zeer sterk!

 

Het Ave Maria dat Luisa zo dadelijk zal zingen, past mooi bij dit pedalion en de muziek van Francesco Paolo Tosti, een Italiaan die zeer succesvol was in Engeland, is van hetzelfde niveau als de compositie van Liszt, beetje sentimenteel en suikerzoet, maar o zo mooi!

​

7.  Andante maestoso

Fr. Liszt (1811 - 1886)

naar de hymne ‘Slavimo, slavno, Slaveni!’

 

8.  Ave Maria 

Fr. P. Tosti (1846 - 1916)

Vertaling (vrij):

Tegen de gouden koepels klinkt de melodie van het orgel;

de dag liep langzaam ten einde; een wolk wierrook kringelde naar de hemel, en zacht prevelde ik: Ave Maria.

​

In het donkerte van dat uur, de paradijselijke rust,

verscheen mij een engel, die op een ridder leek en

ijdel riep ik u aan: Ave Maria.

 

Vanuit de azuren hemel strekte een hand zich uit

en redde mij van mijn ellende,

wees mij genadig: Ave Maria.

 

Na deze heerlijke bon-bons gaan we weer terug naar de gekookte aardappelen: stevig en gezond! De fuga van Bach, die hoort bij het preludium waar we dit concert mee begonnen zijn, is van een hoog niveau. Fuga’s zijn een soort canons: de stemmen zetten na elkaar in en het simpele thema bestaat uit rustige noten die 5 tonen omhoog gaan en dan weer omlaag (Frans, speel het eens even voor).

Daarna wordt u 7 minuten lang mee genomen in een carrousel van Bachse muziekjes en het is aan de luisteraar om dat thema steeds maar weer terug te horen; dan weer in de hoge noten, dan weer laag in het pedaal of ergens weg gestopt in het midden. Kortom een feest van muziek, maar je moet wel weten hoe het zit!. Gelukkig komt alles aan het eind bij elkaar in prachtig B-majeur slotakkoord!

​

9. Fuga in b mineur - BWV 544 

J.S. Bach

​uit ‘Praeludium et Fuge’ (zie nr. 1)

​

Als afsluiting vanmiddag het Ave Maria van de Italiaanse componist Luigi Luzzi, componist van veel vocale muziek en beroemd door maar één werk: dit Ave Maria.​

​

10. Ave Maria 

L. Luzzi (1824 - 1876)  

Vertaling:

Wees gegroet Maria, vol van genade…

Programma & toelichting 19-07-2020
Luisa Kop.jpg
Luisa Kop

Luisa Kop (1997, Oosterhout) begon op vijftienjarige leeftijd te zingen in het kerkkoor van de St. Jansbasliek te Oosterhout onder Jan Willems. Ze nam al snel zanglessen bij Bas Ramselaar en ging daarna studeren aan het conservatorium in Tilburg, waar ze momenteel bezig is met haar bachelor bij Margriet van Reisen en Sinan Vural. Ook krijgt ze  regelmatig zanglessen van oudtante en operazangeres Silvana Ferraro in Rome. 

Luisa zingt zowel korisch als solistisch in Kamerkoor Zuid o.l.v Rick Muselaers en is daarnaast regelmatig actief in concerten in de regio. Ze heeft meegewerkt aan de opera “A Quiet Place” van Bernstein door Opera Zuid onder dirigent Karel Deseure, en zong in 2019 de sopraansolo’s van de Carmina Burana o.l.v Marcella van der Heijde. 

Frans%20Bullens_edited.jpg
Frans Bullens

studeerde orgel bij Maurice Pirenne  op het Brabants Conservatorium (einddiploma in 1978) en elektronische toetsen-lichte muziek op hetzelfde instituut (einddiploma in 1996). 

​

Van 1970 tot 1980 was Frans verbonden aan de St. Lambertuskerk in Veghel als organist. Hij was in zijn werkzame leven als docent orgel, keyboards, piano en koorvorming verbonden aan de stichting ‘Het KunstPodium’ – Dongen, Gilze & Rijen en de stichting ‘H 19’-kunstzinnige vorming te Oosterhout.

​

Momenteel is Frans Bullens nog werkzaam als koorleider-organist in de Parochie van Dongen en als zodanig verbonden aan de St. Laurentiuskerk, waar hij naast het orgelspelen ook leiding geeft aan het Gemengd koor St. Laurentius, het Jeugd- en kinderkoor van de parochie en het Gregoriaans Koor. Tevens is hij koorleider aan de Basiliek van St. Jan te Oosterhout en  in de parochie St. Elisabeth in Raamsdonk en Raamsdonksveer.

​

Hij is bestuurslid van de Ned. St. Gregorius Vereniging van  het bisdom Breda, bestuurslid van het Nederlands Gregoriaans Festival en adviseur van de Stichting Ludens en de Stichting Mattheus-Passie, beiden in Oosterhout.  Bij gelegenheid is Frans Bullens ook concerterend organist, componist en bewerker van veel instrumentale en vocale (kerk-)muziek.

​

Veel van zijn antwoordpsalmen worden gepubliceerd in de zondagsmissaaltjes van Gooi & Sticht en de Abdij van Berne. Voor het bisdom Breda schreef hij de ‘Mis v.d. H. Geest’ en vier antwoordpsalmen voor de Vormselliturgie. Voor de orde der Montfortanen componeerde hij een tweetal series Cantieken van Montfort in een vertaling van A. Govaart welke beide op cd verschenen. Ook componeerde hij 6 liederen voor de bundel Franciscaanse Gezangen welke in 2019 gepubliceerd werd.

bottom of page